Al sinds we elf waren en op tv naar de Olympische Spelen in Los Angeles keken, vroegen wij ons af: hoeveel sporten zou je op zo’n Spelen eigenlijk op één dag live kunnen volgen? Veertig jaar later, in Parijs, werd het kind in ons opnieuw wakker. Daar gingen we dus. Met onze zelfgemaakte regels: je moet de sfeer kunnen voelen, minstens een set, een halve wedstrijd of een paar kampen kunnen volgen en overal een fotootje als bewijsmateriaal. En avant!
7u45 - triatlon: proeven van de Seine
Il est cinq heures. Paris s’éveille. Of het scheelt toch niet veel. Na een dubbele metrorit staan we al om 7.30 uur in het centrum van Parijs. Opnieuw aan de Pont Alexandre III. Voor de tweede keer op vijf dagen krijgen we er historisch moment. Zaterdag waren we hier al bij het goud van Remco Evenepoel, vandaag gaat hier de meest omstreden triatlon uit de olympische geschiedenis van start. Mogen ze de Seine in of niet? En leidt dat tot acute dysenterie of valt dat nogal mee? Als we de brug naderen, botsen we pardoes op IOC-voorzitter Thomas Bach. De man lijkt zich er persoonlijk van te willen vergewissen dat zijn Spelen deze pijnlijke triatlonepisode eindelijk achter zich kunnen laten – al zien we hem wel geen slokje van het Seinewater nemen.
Maar goed nieuws: om klokslag 8 uur ziet hij hoe dag 5 van de Spelen definitief begint als enkele tientallen triatletes vanop een ponton daadwerkelijk de Seine induiken. Voor de zekerheid zullen er de volgende twintig minuten toch maar een paar kajakbootjes meevaren – je weet nooit of iemand terstond misselijk wordt.
Onder de vrouwen ook twee Belgen. De jonge Jolien Vermeylen komt als elfde uit het water. Toen we haar enkele dagen geleden vroegen wat ze verwachtte van haar wedstrijd, had ze de meest originele insteek die we al hoorden: “Beter doen dan wat er in de Knack stond.” Die Knack stelde dat ze de top twintig mocht ambiëren. Bij de fietswissel zit Vermeylen nog op schema, niet wetende dat een crash zo meteen alles zal verknoeien. Wij nemen intussen de benen. Een volledige triatlon kunnen we ons vandaag niet permitteren.
9u25 - volleybal: wiebelen op de tribune
Vloeken. Hadden we even niet bedacht: door het fietsparcours raken we niet aan het dichtstbijzijnde metrostation. Een flinke omweg dus maar, naar een treinstation even verderop en meteen tijdverlies. Alles wat we niet willen vandaag.
Twee treinen verder zijn we eindelijk aan de Arena Paris Sud. Zeg maar de Heizelpaleizen van Parijs. We duiken hal zes binnen en stoten er op een volleybalwedstrijd: Brazilië-Polen. Niet zomaar een wedstrijdje. Brazilië is in het volleybal wat het in het voetbal is: een veelwinnaar, drievoudig olympisch kampioen. Als wij binnenvallen, is set één halverwege en leidt Brazilië. Maar wat vooral opvalt: dit zijn wel héél wankele tribunes. Het is niet de eerste keer dat het door ons hoofd schiet. Al die provisoir opgetrokken tribunes in Parijs: hoe stabiel zouden die zijn? Uiteindelijk zijn ze ook maar in mekaar gezet door een Franse versie van Michel Van den Brande. Deze wiebelt bij elk applaus wel erg veel. Komt erbij dat de speaker een van onze stelregels in het leven bevestigt: veel mensen verwarren sfeer met lawaai. Deze vraagt gewoon onomwonden aan het publiek om zoveel mogelijk lawaai te maken. Met enkele duizenden Brazilianen op de tribune lijkt de apocalyps even ingezet. Op het veld zien we Brazilië de eerste set winnen, waarna Polen even snel terugslaat – pun unintended. Genoeg gewiebeld. Op naar sport nummer 3.
10u10 - handbal: Hongaarse megablunder
Dit gaat lekker. Amper vijfhonderd meter verder stappen op de Parijse Heizelpaleizen – we moeten zelfs geen nieuwe controle door – lopen we zomaar de handbalzaal binnen. Noorwegen-Hongarije. Het staat 15-16 en we kunnen nog bijna de hele tweede helft meepikken. Maar waanden we ons zonet nog op het carnaval van Rio, dan gaat het er hier minder vrolijk aan toe. Bij elke betwiste fase wordt er luid gescholden en awoert geroepen. Ook op het veld gaat het er opvallend potig aan toe. Inclusief geduw en getrek – bij handbal gebruik je je handen kennelijk niet alleen voor de bal.
Nog opvallend: de Hongaarse nummer 39 loopt er erg zwaar bij. Straks vindt in deze zaal ook het gewichtheffen plaats – weekje te vroeg gekomen?
Veruit de meest sfeer krijgen we als de speaker omroept dat enkele kilometers verderop één van zijn Franse landgenotes goud gewonnen heeft in de triatlon. Plots staat de hele zaal op zijn kop. Minuten lang handballen de Noren en Hongaren er voor spek en bonen bij. En dan, plots, zijn we getuige van een stukje handbalgeschiedenis. Letterlijk vier seconden voor het einde staat het 25-25. Een draw kondigt zich aan, wanneer een Hongaar op een counter helemaal alleen op de Noorse doelman kan afgaan. Zelfs wij hadden de bal er nog ingegooid. Maar hij gooit hem pal op de doelman, die even snel weer de bal naar een landgenoot gooit, die razendsnel wél scoort. Een Hongaarse collega ziet bleek van het schrikken. “Nooit gezien”, mompelt hij. Hier wordt over twintig jaar een Hongaarse Belga Sport van gemaakt.
10u50 - tafeltennis: de Casse van China
Hopsakee, we staan alweer op een andere sport. Een niet functionele roltrap – is er iets irritanters? – verder en we zitten op de perstribune van het tafeltennis. Vaststelling één: ook de Spelen ontsnappen niet aan de clichés. Het bulkt in de tribunes van de Aziaten en de man aan de tafel is een Chinees die Wang heet. Te midden van drie andere spelletjes neemt hij het op tegen een Zweed met een naam vol leestekens waar ons toetsenbord voor tekortschiet. Het gaat er behoorlijk spannend aan toe, begrijpen we uit de heftige reacties rondom ons. Zelfs de Chinese fotografe naast ons roept haar landgenoot toe als kluste ze bij als zijn persoonlijke coach.
Toch is het de Zweed die wint, en dat viert hij op een manier alsof hij zonet Batman, de Hulk en Jerommeke tegelijk in het zand heeft doen bijten. Zelfs wij vinden het lichtjes overdreven, tot we de naam van zijn tegenstander even googelen. Wang blijkt de nummer één van de wereld. Hij heeft zonet de topfavoriet voor goud uitgeschakeld in de 1/16de finales. Vandaar de ontredderde blik bij de fotografe. Ook China heeft zijn Casse.
12u - tennis: de stilte van Djokovic
Het zat eraan te komen. De obsessieve verzamelaar in ons is ontwaakt en wij worden overmoedig. Net als met die Panini-stickers toen we tien waren en met twaalf pakken chacha’s thuiskwamen. Roland Garros leek niet al te ver weg – en hadden we niet gezien dat Novak Djokovic daar om 12 uur geprogrammeerd staat? Welaan dan. Maar de tram, bus en fikse wandeling die we ervoor nodig hebben, kost ons dure tijd. Even panikeren we zelfs als we op een rij stoten even lang als twee Antwerpse voetgangerstunnels. Gelukkig: onze accreditatie redt ons en nog een rondje langs een rist kleine kamertjes in het Court Philippe Chatrier later – het scheelt geen haar of we lopen de commentaarbox van de BBC binnen – zitten we in de perstribune wanneer olympisch reekshoofd nummer één Djokovic voor het eerst serveert. Zijn tegenstander is de Duitser Koepfer en, het dient gezegd, die biedt flink weerwerk. Maar zelf worden we er, anders dan wat je met de fiks oplopende temperatuur zou denken, niet warm van. Het tennis mag er wezen. Maar geen muziek, de opgelegde stilte tijdens de spelletjes, het publiek met hun gesofisticeerde waaiers. Dit is hooguit een drie voor sfeer en gezelligheid. Djokovic haalt de eerste set binnen als we er maar weer vandoor gaan. Dit kan de Serviër ook wel zonder ons.
13u45 - BMX Freestyle: knoeiers én kampioenen
Help! Parijs smelt en wij smelten mee. In de metro – groen lijn 9 – was het nog aangenaam koel, maar als we over de verkeersvrij gemaakte Champs-Elysées richting La Concorde wandelen, lijkt de Seine over onze rug te stromen. Zal je net zien: heel Parijs mag via de Champs-Elysées het BMX-park binnen, maar de pers moet de ingang langs de Tuilerieën nemen. “Juste 800 mètres plus loin, monsieur.” Op de tribunes is het zo mogelijk nóg heter. Moesten we enkele uren eerder onze paraplu nog bovenhalen voor een ochtendbui, dan kruipen we er nu onder om een acute zonneslag te vermijden.
Het spektakel voor ons is wel weer van het bovenste plankje. Vonden wij ons vroeger al flink als we zonder handen konden fietsen, dan wordt er hier zodanig met fietsen, sturen en wielen gejongleerd dat je er zelfs als kijker tureluurs van wordt. Wel opmerkelijk: het gaat ook vaak mis. Maar daar heeft de Engelstalige speaker iets op gevonden. Elke knoeier van dienst wordt geprezen om zijn moed en durf. ‘Isn’ that a real olympian, folks?’ Voor onze ogen pakt een Chinese met flink wat sterallures – wit pak, witte helm, witte fiets – het goud. Haar Amerikaanse uitdaagster crasht bij haar finale poging. Alweer a real olympian erbij.
14u45 - schermen: tikkertje voor gevorderden
Verdomd, het Grand Palais is gróót. Zeker als we alweer verkeerd lopen en er helemaal rond moeten lopen om de schermzaal te vinden. Wel een applausje voor de locationhunter van deze Spelen: dit prachtige paleis uit 1900 is zonder twijfel de fraaiste site op de Spelen.
Het spelletje zelf kan ons minder bekoren. Ooit lazen we een verhaaltje van een Oekraïense olympische kampioen schermen die op het WK in 1982 per ongeluk werd doodgestoken. De Duitser ‘dader’ voelde zich zo schuldig dat hij de familie van zijn slachtoffer veertig jaar later bij de Russische inval bij hem thuis als vluchteling opnam.
Zo spectaculair gaat het er vandaag niet aan toe. Egypte, Canada, de VS en Italië spelen er om een of andere landencompetitie. De Fransen in de tribunes worden er wild van. En had Neisser Loyola hier zondag een medaille gepakt, dan hadden wij misschien een andere mening gehad. Maar nu zitten we toch vooral naar een potje tikkertje voor gevorderden te kijken. Weg maar weer.
16u05 - boogschieten: de roos en de schutter
Iemand had mogen waarschuwen dat oriëntatieloop in laatste instantie aan het olympisch programma is toegevoegd. We besparen u onze ellende. Weet alleen dat we twintig minuten verloren zijn gelopen in het Grand Palais en drie keer de Seine zijn overgelopen om het boogschieten op het grote plein voor Les Invalides te vinden.
Gelukkig zijn ze op het blauwe tapijt voor ons efficiënter. We zijn nog net op tijd voor de allerlaatste wedstrijd van de namiddagsessie. Een Tsjechische tegen een Koreaanse. Schutter en roos staan zo ver uit mekaar dat we ze met onze iPhone niet in beeld gevangen krijgen – dat wordt een knullige foto, nog meer met de tribunes die al leeggelopen zijn. Slechts één wedstrijdje gezien: kunnen we dat wel laten meetellen? Ach, niet te streng zijn. Boogschieten: sport nummer acht van de dag, check. Onze score tikt aardig aan. Alles wat de Tsjechische met pijl-en-boog niet kan zeggen. Ze wordt ingeblikt.
16u55 - judo: ippon met lijfgeur
Het mag ook al eens meevallen. Het judo is op wandelafstand en als we ons haasten kunnen we er warempel een Belg een medaille zien pakken. We zijn zelfs te vroeg en zien nog twee andere kampen. In het voorprogramma van Gabriella Willems klopt een Georgische een Spaanse, waarna een andere Spaanse ook nog eens de boot ingaat in de strijd voor brons tegen een Oostenrijkse. Dit is niet de dag van Spanje. Ons kan het bitter weinig schelen. Wij wachten op een ouderwetse België-Holland, de judo-versie.
In afwachting vechten we op een overvolle perstribune onze eigen België-Holland uit voor enige ruimte op die tribune. Met intussen 26.000 stappen op onze stappenteller, bij 31 graden Celsius, hebben we met onze lijfgeur een wapen in huis waar iedereen voor terugdeinst. We winnen. Net als Willems. Hoe blij ze is, zullen we morgen wel in de krant lezen. Hadden we daar geen potje basket, de halfwassen versie – 3x3 dus – op het programma zien staan?
18u30 - 3x3 basket: timmerman op speed
Weer naar de Concorde. Hipsterplace op de Spelen. Ditmaal hebben we zelfs tijd voor een volledige wedstrijd: Nederland-Letland. De trend van het judo zet zich door: Oranje laat zich alleen opvallen met zijn merkwaardige kapsels – een kleurling met wit haar en een jongen die je eerder bij de Jackson Five verwacht. Voorts bakken ze er weinig van. De hipster aan de microfoon laat zich intussen gaan. Als een Let met een fijne dunk uitpakt, betekent dat zinnen als: “And he drops the hammer, like a carpenter on speed.” Zou er nergens een zwembad zijn om wat af te koelen?
20u05 - waterpolo: twaalf badmutsen en een rat
We nemen een risico, want onze tijd raakt op. Maar toch gaan we, metro-gewijs, helemaal naar het noorden van de stad. Het Stade de France laten we letterlijk links liggen. Geen voetbal of rugby daar op dag vijf van de Spelen. Jammer, een dubbelslag wenkte. Nu moeten we het doen met het Aquatics Centre aan de overkant van weg. Dit is de niet de beste wijk – er springt een rat voor onze voeten weg. Net op tijd zijn we in het zwembad voor iets wat we al veertig jaar van dichtbij willen zien: waterpolo op wereldniveau. Wij zien twaalf badmutsen vechten met zichzelf, mekaar en een bal in een zwembad. De naar schatting 5.000 andere toeschouwers zien Spanje-Griekenland, wedstrijd in Groep B bij de vrouwen. Spanje blijkt de olympische finalist van Tokio. Maar Griekenland ‘spartelt’ – haha – tegen. Bij een 8-7-tussenstand na bijna driekwart wedstrijd zijn we voldoende afgekoeld. We willen elders afsluiten, in stijl.
21u45 - beachvolley: ambiance onder de Eiffeltoren
En dat is twaalf. Waar anders konden we deze dag afsluiten dan op de mooiste buitensite van deze Spelen? Pal onder de Eiffeltoren. Tot 23 uur elke avond staat hier het beachvolleybal op het programma. Als wij er neerstrijken, speelt Canada tegen Zwitserland, in bikini. Maar eerlijk? Wié hier speelt, is bijzaak. Dit is de dagelijkse ambiancekeet op de Spelen. Inclusief dansers, een behoorlijk enthousiaste publieksopwarmer en een dj die voor elk land toepasselijke muziek heeft – Abba als Zweden speelt. Onze stappenteller staat op 36.194, we hebben op acht metro’s, twee treinen, een tram en een bus gezeten. Maar we kennen ons antwoord: je kan op één dag twaalf sporten live bekijken. Onnozele kinderdroom waargemaakt: check.
|